Slavernij

Onvrije arbeid, waarvan het resultaat geheel of gedeeltelijk moet worden afgestaan.

Hoe het begon...

In de zeventiende eeuw veroverden veel landen in Europa overzeese gebieden (en claimde daarmee koloniën te hebben). In deze overzeese gebieden maakte de Europeanen kennis met producten die zij nog nooit gezien hadden. De vraag naar producten uit deze koloniën nam snel toe. Voorbeelden van producten die uit koloniën waren:

• Katoen
• Suiker
• Koffie
• Tabak

Omdat de Europeanen en de bewoners van de koloniën al snel ongeschikt bleken te zijn voor het uitvoeren van het zware werk, besloten de kolonisten om het werk door slaven uit Afrika te laten doen. Afrikaanse slaven konden in hun ogen goed tegen het warme weer en waren sterk.

Trans-Atlantische Driehoekshandel

De handel vindt plaats tussen 3 werelddelen; Europa, Afrika en Amerika. We noemen deze handel ook wel driehoekshandel omdat het in een driehoek plaats vindt. Daar werden slaven mee gekocht die weer op schepen gezet werden naar Amerika. Eenmaal daar aangekomen werden ze verkocht aan plantagehouders. De producten van de plantages werden weer vervoerd naar Europa.  

Vanuit Europa namen handelaren met name wapens, drank en textiel mee naar Afrika. 

Plantages  

De slaven moesten hard werken op de plantages. Soms werden slaven goed behandeld door hun eigenaar. Maar vaak ook niet. Ze moesten lange dagen hard werken en de opzichters waren streng. Slaven die in opstand kwamen of wilde vluchten kregen te maken met de zweep.